15 september, 2017
De 25 immense spuikokers in de Afsluitdijk controleren het waterpeil in het IJsselmeer. Massieve schuiven houden enerzijds het water van de Waddenzee tegen en laten anderzijds het water vanuit het achterland uitstromen. Ook na 85 jaar functioneren de spuikokers nog zoals bedoeld. Maar dat vraagt wel onderhoud. De combinatie Croonwolter&dros en Arcadis voeren, samen met Hollandia Services, dit onderhoud uit. Dat doen ze op risicogestuurde basis. Onlangs werden twee spuikokers drooggelegd, de derde volgt binnenkort.
Croonwolter&dros en Arcadis voeren in opdracht van Rijkswaterstaat het regulier en groot onderhoud uit aan acht natte kunstwerken in het IJsselmeergebied. Twee daarvan, de Stevinsluizen en de Lorentzsluizen, liggen in de Afsluitdijk. Inmiddels is het leeuwendeel van de onderhoudswerkzaamheden aan deze sluizen afgerond. Nu zijn de spuikokers aan de beurt. René Esser, projectmanager van Croonwolter&dros: “In totaal zijn er 25 spuikokers. Ze voeren overtollig water uit het IJsselmeer af naar de Waddenzee en voorkomen dat het zoute water van de Waddenzee het IJsselmeer instroomt. De spuikokers moeten altijd presteren: als ze niet functioneren, loopt het achterland gevaar. Daarom vindt, naast het reguliere onderhoud, ééns in de ongeveer vijftien jaar groot onderhoud plaats. Dat moment is nu weer aangebroken.”
Matthijs de Groot, projectmanager bij onderaannemer Hollandia Services, schetst een beeld van de spuikokers: “De kokers liggen in de Afsluitdijk, vier meter onder NAP. Elke spuikoker is 12 meter breed en 7,5 meter diep en wordt door middel van twee massieve schuiven afgesloten. De kokers dateren al van de aanleg van de Afsluitdijk en zijn inmiddels 85 jaar oud. Ze zijn in het droge gebouwd, onder leiding van ingenieur Lely. Het is een indrukwekkend stuk werk, zeker wanneer je bedenkt dat mensen toen over veel minder middelen beschikten. Computers en geavanceerde meetapparatuur waren nog niet voorhanden en alles is eerst op schaal gebouwd en getest.” De bodem van de spuikokers bestaat uit metselwerk.
De schuiven zijn in 1931 van staal geklonken door de firma Werkspoor uit Amsterdam en wegen 32 ton per stuk. De geleiderails waarlangs ze naar boven of beneden gaan, zijn koud gemonteerd op natuursteen. De Groot: “Voor deze renovatie onderzocht Rijkswaterstaat de staat van het beton in de spuikokers. Croonwolter&dros, Arcadis en wij inventariseren de staat van de geleiderails: zijn die door corrosie aangetast? Hoe zit het met de ankers? En zijn de afdichtingen van de hefdeuren op orde? De motoren zijn twee jaar geleden gereviseerd en de schuiven ongeveer tien jaar geleden.”
De inspectie en renovatie van de rails gebeurt in twee fasen. René Esser: “In fase 1 onderzoeken en renoveren we drie spuikokers. Dat geeft ons een betrouwbaar beeld van de staat waarin ze verkeren. Op basis van de uitkomsten adviseren we Rijkswaterstaat om de andere 22 kokers wel of niet aan te pakken.” Laurens van Oostveen, maintenance manager van Arcadis, is verantwoordelijk voor het onderhoudsregime van de bruggen en (spui)sluizen van Rijkswaterstaat in het hele IJsselmeergebied. Hij legt uit dat het onderhoud en de renovatie tegenwoordig op andere basis plaatsvinden dan vroeger. “Vroeger volgde dat een vast schema, waarbij eens in de zoveel jaar groot onderhoud aan de orde is. Nu gebeurt dat op basis van functionaliteit: we kijken of het object nog functioneert zoals bedoeld en of het dat een bepaalde periode nog blijft doen (zie kader, red). Daartoe voeren we inspecties uit, analyseren we onder andere storingen en vergelijken deze data met het Reliability Centred Maintenance (RCM)-model dat ten grondslag ligt aan het onderhoudsregime. Zo kunnen we beoordelen wanneer onderhoud nodig is.” Deze risicogestuurde benadering betekent voor de spuikokers dat er voortaan niet met vaste tussenpozen standaard aan alle kokers groot onderhoud plaatsvindt. Er wordt echt beoordeeld of het nodig is. Van Oostveen: “Daarbij houden we ook rekening met het feit dat de hele dijk verstevigd gaat worden, om op termijn de gevolgen van de klimaatverandering op te kunnen vangen.”
In 2015 is bij inspecties vastgesteld dat er sprake was van enige corrosie op de geleiderails. René Esser: “Rondom de waterlijn constateerden we roestvorming. Logisch, want met al dat zoute water heeft de installatie het nodige te verduren. Maar hoe ingrijpend dat was, en of dat ook de verankering aantastte, konden we niet zien. Bovendien moesten we kunnen beoordelen hoeveel speling er tussen de loopwielen en de rails zat. Dat is een belangrijke parameter, want als de speling te groot is, klapt de deur te veel heen en weer door de golfslag op de deur. Om dit alles goed te kunnen beoordelen, moesten de spuikokers droog worden gezet.” Rijkswaterstaat deed dit voorheen altijd met behulp van zogeheten 'droogzetschotten'. Ook die waren al ontworpen in 1932, tegen de toen geldende normen en rekenregels. Nu Rijkswaterstaat het onderhoud over heeft gegeven aan private partijen, was het de vraag of de schotten ter beschikking van deze partijen gesteld konden worden. De Groot: “Rijkswaterstaat was terughoudend. We hebben de schotten helemaal doorgerekend met de huidige normen. Dit toonde aan dat het noorderschot verstevigd moest worden, want het zou bij windkracht 6 al bezwijken. Die versteviging is uitgevoerd: we hebben met ankers het schot afgespannen, waardoor het nu inzetbaar is tot windkracht 10. Het zuiderschot is inzetbaar tot windkracht 8, een situatie met hevige stuwing op het IJsselmeer.”
"De schotten moesten trouwens per boot worden aangevoerd, omdat de werkweg die vroeger op de Afsluitdijk lag inmiddels een Rijksweg is geworden"
Matthijs de Groot
De aannemerscombinatie stemde de selectie van de eerste drie spuikokers af met de firma Mourik, de partij die tekent voor betoninspectie en -onderhoud van de spuitorens, en met 'Project Icoon', een design-innovatieproject. René Esser: “We zorgen ervoor dat er altijd voldoende spuicapaciteit beschikbaar is. We hebben daarom twee spuikokers geselecteerd bij de Stevinsluizen en één bij de Lorentzsluizen. Deze kokers zijn eerder gerenoveerd in drie verschillende tijdvakken, waardoor we goed kunnen voorspellen hoe het met de andere kokers is die in de tijdvakken zijn gerenoveerd.”
Voor het onderhoud is de bestaande conservering verwijderd en zijn ook alle zeepokken verwijderd. De rails zijn geïnspecteerd op verankering en slijtage. De staat van het staal is beoordeeld. Nu worden ze opnieuw gecoat.
Alle data worden geregistreerd in het Ultimo onderhoudsmanagementsysteem, zodat de database voor asset management wordt bijgehouden. René Esser: “De inspectie van de eerste spuikokers toonde aan dat de staat waarin de rails verkeren in orde is. Er is een overdaad aan ankers en die zitten nog prima vast. De rails zijn amper gecorrodeerd en nog knoerthard. Het is echt een mooi stuk werk.”
De combinatie, die 25 spuikokers zou mogen renoveren, denkt nu Rijkswaterstaat te adviseren het bij drie te laten. “Werk is leuk als het nuttig is”, zegt Laurens van Oostveen. “Is het dat niet, dan moet je het niet doen. Dan kun je het geld beter aan andere, meer dringende zaken besteden. Dat is precies het doel van asset management: doen wat moet op het moment dat dit nodig is, zodat je de functionaliteit garandeert en je budget optimaal kunt besteden.”
Voor het risicogestuurd onderhoud beoordeelden Croonwolter&dros, Arcadis en Hollandia de spuigaten op de volgende 'RAMSSHEEP'-aspecten:
Rijkswaterstaat heeft begin juni een driejarig onderhoudscontract aan de combinatie Croonwolter&dros, Arcadis, verenigd in de combinatie SHERPA en Hollandia gegund voor het risicogestuurd onderhoud van twaalf bruggen en vier schutsluizen in Zuid-Holland. De drie partners zijn complementair in hun werkzaamheden op het gebied van Civiele techniek, Elektrotechtechniek en Werktuigbouwkunde en beschikken over ervaring met prestatiegerichte contracten.