De elektrische bus, het kantelpunt voorbij

Aan het einde van dit jaar is de elektrische bus de norm in het Nederlandse openbaar vervoer. Eén van de redenen voor de toenemende vraag naar elektrische bussen is de ondertekening van het Bestuursakkoord Zero Emissie Bus. Hierin tekenden veertien vervoersautoriteiten en het Rijk voor een volledig emissievrij regionaal busvervoer in 2030. Vanaf 2025 mogen nieuwe bussen geen CO2 meer uitstoten.

“Op dit moment is dat alleen nog maar met elektrische bussen haalbaar”, aldus Pierre van Driel, consultant van Croonwolter&dros. Samen met VDL Bus & Coach en Heliox is, sinds de eerste pilot in 2013, een fabriek ontstaan die alleen nog maar elektrische en hybride voertuigen produceert. “Dus er worden door VDL Bus & Coach al geen voertuigen op diesel meer gemaakt. ”De drie partijen werkten voor het eerst samen aan elektrisch aangedreven openbaar vervoer in Eindhoven. “Dat was pionieren. Voor iedereen aan tafel, van het nutsbedrijf tot aan de vervoerder, was het nieuwe materie”, herinnert Van Driel zich.

Grootste emissievrije bus-vloot van Europa

In Eindhoven werden voor het eerst grote aantallen elektrische bussen in de dienstregeling opgenomen en dat was een doorbraak. Dit is namelijk anders dan bij een pilot-constructie waarbij eerst kleinschalig en boetevrij getest wordt. Als een elektrische bus vandaag niet goed werkt, vindt er de volgende dag een nieuwe poging plaats. Terwijl aan een falende of trage elektrische bus die de dienstregeling verstoort, meteen substantiële boetes zijn gekoppeld. Na het succes in Eindhoven volgde Schiphol met de grootste emissievrije bus-vloot van Europa. Met honderd elektrische bussen verzorgt Connexxion zeven dagen per week, 24 uur per dag het openbaar vervoer rondom de luchthaven. “Dat was qua grootte van het aantal elektrische bussen en het vermogen van de laadinfrastructuur uniek”, zegt Van Driel.

Portaal-constructie

Voor dat project bedachten VDL Bus & Coach, Heliox en Croonwolter&dros samen met hun klanten een ‘portaal-constructie’. Dat is een draagconstructie die vergelijkbaar is met die waaraan de matrixborden boven de snelwegen hangen. Van Driel geeft aan dat ze kansen zagen voor een gelijksoortige constructie voor de laad-infrastructuur van bussen, omdat daarmee het aantal obstakels rondom de laadinfrastructuur vermindert. En dat vermijdt kostbare schade aan en uitval van bussen. Die portalen ziet Van Driel nu overal verschijnen, zelfs in Oslo zijn ze onlangs toegepast.

Ontwerpkosten lager

Door de groei in volume worden ontwerpkosten lager, vertelt Van Driel. Ook zijn de risico’s van de bouw van laadinstallaties bekend, waardoor Croonwolter&dros daar al tijdens de ontwerpfase op kan sturen. Dat leidt tot een snellere uitvoering en minder overlast. Ook de ontwikkeling en toepassing van standaarden draagt daaraan bij. Daarnaast vinden er innovaties plaats. Batterijen worden lichter, kleiner, goedkoper én hebben een groter vermogen. De laadinstallaties worden daarop afgestemd. Ook zijn er inmiddels veel verbruiksgegevens beschikbaar. Dat maakt het ontwerp van preciezere en kleinere installaties mogelijk.

Lees in het artikel van Duurzaam Bedrijfsleven meer over de werking en voordelen van de elektrische bus.

Stuur artikel door