Vormgeven aan groei: BIM bij Lelystad Airport

Vormgeven aan groei; dat is de uitdaging voor Lelystad Airport. De luchthaven gaat uitbreiden naar een vakantieluchthaven met toeristische bestemmingen in Europa en rondom de Middellandse zee.
De uitbreiding gebeurt in 3 fasen, met uiteindelijk 6,7 miljoen passagiers per jaar. Hiervoor bouwen TBI-ondernemingen J.P. van Eesteren en Croonwolter&dros naar ontwerp van Paul de Ruiter Architects in Lelystad een compleet nieuwe passagiersterminal volgens de laatste inzichten in de ‘passenger journey’. Centraal staat het idee dat de reis voor de passagier al op de luchthaven begint. Voordat die reis kan beginnen, laten de TBI-ondernemingen het nieuwe gebouw eerst als uiterst gedetailleerd virtueel model in BIM verrijzen. Met BIM als speerpunt binnen beide organisaties is deze stap een logische keuze: de softwaretools helpen om inzicht en overzicht te houden. De bedrijven zijn binnen het UAV GC-contract immers gezamenlijk verantwoordelijk voor zowel het ontwerp, de bouw en de installaties van het gebouw als 15 jaar aan onderhoud. Waarbij derde partijen de terminalinrichting én de complete infrastructuur van de luchthaven klaarmaken voor een drukke toekomst.
Jeroen Koomen is BIM regisseur bij aannemer J.P. van Eesteren. Die regiefunctie is hard nodig in een zo complexe omgeving. “We hebben op dit project te maken met fases die in elkaar zijn geschoven. Het architectonisch ontwerp van Paul de Ruiter Architects, het constructief model van Aveco de Bondt, het installatietechnisch ontwerp van Deerns en de infrastructuur door Dura Vermeer: alles wordt bijna tegelijkertijd in BIM uitgewerkt. Wekelijks vindt er een complete uitwisseling plaats. Maar we zijn eigenlijk continu samen de meest ideale oplossing aan het bedenken voor uitdagingen die we tegenkomen. Elke wijziging heeft een effect op het werk van de ander. Het ontwerp is steeds in beweging; en dan moet iedereen meebewegen. Onder het toeziend oog van de opdrachtgever; die heeft namelijk live toegang tot het model.”
LEED Gold
De 12.000 m2 grote terminal van Lelystad Airport heeft een aantal opvallende kenmerken. In het ontwerp wordt gestreefd naar een LEED Gold certificering, de eerste Gold luchthaven in Europa. Zo worden waar mogelijk natuurlijke materialen toegepast (zoals een houten draagconstructie voor de hal en de gates), wordt er demontabel gebouwd en moet het bouwproces zo duurzaam mogelijk verlopen. Het uiteindelijke gebouw gebruikt zoveel mogelijk natuurlijke ventilatie alleen díe ruimtes worden gekoeld of verwarmd die dat echt nodig hebben. Het wordt een energiezuinig gebouw met een slimme, compacte klimaatinstallatie die inspeelt op veranderende omstandigheden en de stromen van passagiers. Rolph Baggen, BIM Coördinator bij Croonwolter&dros: “Met het oog op de toekomstige groei en vanuit praktisch oogpunt van ontwerpen, wordt het ontwerpmodel constructief en installatietechnisch opgedeeld in ‘typicals’ en ‘hoofdtracés’. De typicals zijn repeteerbare delen — kantoorruimtes bijvoorbeeld — die al in een vroeg stadium zijn uit te werken tot op uitvoeringsontwerpniveau. De hoofdtracés zijn met name de grote kanalen die in onze opdracht door de installatieadviseur worden ontworpen. Daarbij brengen zowel J.P. van Eesteren als Croonwolter&dros vanuit ervaring zoveel mogelijk bewezen technologie in.”
Autodesk Revit
Vanuit de regierol stelde de TBI-combinatie een protocol op waaraan alle door de andere partijen gebruikte BIM-modellen moeten voldoen; met name qua opbouw en de verbinding van informatie aan elementen. Doordat alle partijen werken met Autodesk Revit is onderlinge aansluiting en controle op informatiekwaliteit en -consistentie relatief eenvoudig. “De uitdaging zit in de dynamiek”, stelt Baggen. “We werken met een vrij ruime definitie van wat er nodig is. Daarnaast zijn er veel stakeholders — de opdrachtgever, de andere partijen op de luchthaven, onderaannemers en toeleveranciers — en werken we onder tijdsdruk. Ook zijn we als integrale bouwer verantwoordelijk voor elke financiële beslissing. We moeten dus voldoen aan de vraag, onze verschillende modellen op elkaar afstemmen, de invalshoeken op één lijn brengen, continu nieuwe inzichten verwerken en toetsen én kostenafwegingen maken voor een termijn van 15 jaar.”
In BIM wordt daarom een enorme hoeveelheid gegevens verzameld. Koomen: “Uiteindelijk creëren we een soort ‘as built’-model voor onszelf waarin we van elk onderdeel de specificaties kunnen zien. Welk profiel een stalen balk heeft, de lengte, het gewicht, het soort staal.” Baggen vervolgt: “Ook waardes als onderhoudstermijnen en branduren nemen we op. Door zoveel detail aan te brengen, kunnen we bij het inkopen heel duidelijk aangeven aan onze partners wat we van ze verwachten, is het mogelijk te werken met prefabricage in de fabriek, leggen we de basis voor de LEED-certificering en hebben we straks een gedetailleerd virtueel gebouw, waarvoor we het onderhoudsplan al klaar hebben.”
Clashcontrole
Cruciaal is dat de verificatie (voldoet het ontwerp aan de eisen) en de validatie (sluit het resultaat aan bij het beoogd gebruik) probleemloos verlopen. “We werken met een doorlopende clashcontrole. Daarvoor gebruiken we Autodesk Navisworks en Solibri Model Checker als BIM kwaliteitsborgingssystemen; systemen die voldoen aan de IFC-standaard. Die standaardisatie vinden we als organisatie heel belangrijk voor de toekomst”, aldus Baggen. “Deze manier van werken is nog relatief nieuw en dus wennen voor sommige betrokken partijen. Hoewel het meer tijd kost aan de voorkant, winnen we tijd en voorkomen we faalkosten gedurende het realisatietraject en de looptijd van het onderhoudscontract. Dit is gewoon de toekomst. Met goede wil en de juiste tools, stimuleer je elkaar om — met andermans inbreng — het beste resultaat te behalen vanuit de eigen discipline: een gebouw dat architectonisch, constructief en installatietechnisch de ideale vorm heeft.”
UITZENDING BOUWWERKEN, OMROEP FLEVOLAND
(21-2-2017)