‘Vertrouwen vat je niet in een contract’ - Radboud Universiteit
Croonwolter&dros, vertrouwde onderhoudspartner van de Radboud Universiteit
‘Vertrouwen vat je niet in een contract’
De Radboud Universiteit Nijmegen ligt op een campus van 103 hectare waar dagelijks duizenden studenten, medewerkers en bezoekers komen. Croonwolter&dros zorgt hier voor het onderhoud en beheer van een groot deel van de elektrotechnische installaties. Ook werken we aan bijzondere E- en W- projecten, zoals het hybride energienet, de koeling van het High Field Magnet Laboratory en de nieuwbouw van het Maria Montessorigebouw. Maar zeker zo bijzonder is de manier waarop de opdrachtgever en de technisch dienstverlener samenwerken.
De installatiebranche krijgt nog al eens te horen dat er veel minder snel wordt geïnnoveerd dan in andere bedrijfstakken. Er worden echter wel degelijk grote stappen gezet in de installatietechniek. Om dat ook eens te laten zien nodigde Croonwolter&dros de voorzitter van Techniek Nederland, Doekle Terpstra, uit voor een werkbezoek op 19 november jl. Daarin werd verteld over de samenwerking en werden projecten getoond als het hybride energienet en de bouw van het Maria Montessorigebouw, het duurzaamste gebouw op de campus.
De samenwerking tussen de Radboud Universiteit en Croonwolter&dros dateert al van vóór de fusie in 2018 tussen Croon Elektrotechniek en Wolter & Dros. Beide partijen, de een voor E, de ander voor de W, waren toen al decennia lang ‘vaste’ partners van de Universiteit. In augustus 2015 won Croon Elektrotechniek een tender voor een tienjarig onderhoudscontract en werd de samenwerking opnieuw voor langere tijd bekrachtigd. Naast het onderhoud voert Croonwolter&dros diverse mooie projecten uit op de campus.
Lees hier meer over onze werkzaamheden voor Radboud Universiteit.
Een inspanningscontract dat werkt als een prestatiecontract
‘Wij zijn heel blij dat we één aanspreekpunt hebben voor de hele keten’, vertelt Mark Groffen, teamleider Beheer Radboud Universiteit. ‘Wij hebben Croonwolter&dros een ‘preferred supplier’-schap gegeven, wat betekent dat als ze het onderhoud goed doen, ze ook voor vooraan staan bij andere opdrachten. In het verleden hadden wij minder goede ervaringen met een prestatiecontract. Daar moet je als organisatie, maar ook als contractpartner, klaar voor zijn en het vergt een inleerperiode. Daarom zijn we per 2016 gaan werken met een inspanningscontract vanuit de gedachte dit te laten groeien naar een resultaatcontract. Inmiddels merken we dat dit helemaal niet nodig zal zijn, want we merken dat we met onze huidige, resultaatgerichte samenwerking veel betere resultaten behalen dan we zouden krijgen door primair te sturen op KPI’s of SLA’s.’
‘Onze samenwerking loopt goed doordat beide partijen professioneel zijn’, vult Louis van den Berg, hoofd afdeling UVB Beheer aan. ‘Als opdrachtgever hebben we veel kennis in huis. Verder zijn de lijnen kort en is het onderlinge vertrouwen groot. Zo kwam Croonwolter&dros ongevraagd met het voorstel om de bestaande armaturen van de buitenverlichting niet geheel te vervangen maar te voorzien van retrofit. Zij denken dan niet: die omzet komt toch wel onze kant op. Vertrouwen kun je niet in een contract vatten, maar zodra dat er is, ga je elkaar het beste gunnen.’
Het hybride energienet
De middelgrote projecten van Croonwolter&dros op de campus betreffen zowel elektrotechniek als werktuigbouwkunde. Zo werden het terrein en de oude installaties voor het nieuwe Maria Montessorigebouw bouwrijp gemaakt, er werd een redundant glasvezelnetwerk aangelegd en wordt op dit moment gewerkt aan de verbouwing van alle sanitaire ruimten binnen het sportcentrum.
Maar het meest bijzonder is wellicht de realisatie van het hybride energienet waarover de universiteitscampus sinds de zomer van 2019 beschikt. Het plan voor het hybride energienet op de zuidzijde van de campus, is bedacht door het UVB en werd in bouwteam met Croonwolter&dros, Siemens en RHDHV verder ontwikkeld en gerealiseerd. Deze combinatie van duurzame energiebronnen en conventionele energievoorziening levert de Radboud Universiteit een besparing op van 50 procent op het totale gasverbruik ten opzichte van 2017. Ook bij dit staaltje techniek werd uitgebreid stilgestaan tijdens het werkbezoek van Doekle Terpstra.
Om de werking hiervan te schetsen werd even teruggeblikt op de jaren zeventig toen de gebouwen werden verwarmd met een heetwaternet met een temperatuurtraject van 90 tot 120 graden Celsius, vanuit een centraal ketelhuis in het Radboudumc. Later werden decentrale ketels geplaatst om het energieverlies door transport te verlagen. Veel van de gebouwen die deze warmte afnamen zijn inmiddels gesloopt om plaats te maken voor het Maria Montessorigebouw dat nu wordt gebouwd. Deze ontwikkelingen op de campus, in combinatie met de duurzaamheidsambities, waren aanleiding om de warmtevoorziening verder te verduurzamen.
Gebruik maken van bestaande leidingen en koelmachines
Het bestaande netwerk van de zuidzijde werd omgevormd tot een cv-net met een temperatuurtraject van 40 tot 70 graden Celsius, waarop in 2019 ook het Erasmusgebouw is aangesloten. De koelmachines in het Erasmusgebouw werden omgebouwd tot warmtepompen die behalve koeling ook warmte kunnen leveren. De warmte en koude van de WKO kunnen de aangesloten gebouwen gedurende het grootste deel van het jaar verwarmen en koelen. Alleen bij extreme kou zullen een aantal gasgestookte cv-ketels moeten bijspringen. Daarnaast beschikte de campus al over vier energiecentrales die zijn aangesloten op de WKO-installatie.
Projectleider Jan Willem Kettelarij van Croonwolter&dros: ‘Een modern gebouw als het Maria Montessorigebouw vraagt door de goede isolatie nauwelijks warmte, maar wel koeling. Al bij een temperatuur van 6 graden. Dat maakt dit gebouw een leverancier van warmte voor de oudere gebouwen via dit hybride energienet. Hier wordt dus heel slim gebruik gemaakt van de mix van oude en nieuwe gebouwen en van grote delen van de bestaande installaties en leidingen.’
Unieke magneten vragen heel veel koeling
Een andere boeiende opdracht betrof het meer dan verdubbelen van de koelcapaciteit van het High Field Magnet Laboratory (HFML). Het HFML beschikt over zeer sterke magneten, die uniek zijn in de wereld. Deze magneten worden gebruikt om in materialen te kunnen kijken zonder ze te beschadigen. Het hoogste magneetveld gebruikt 22 megawatt, evenveel als vier hogesnelheidstreinen op topsnelheid of het energieverbruik van 5.000 huishoudens. Om dat aan te kunnen heeft het HFML een eigen aansluiting op het (50 kV) elektriciteitsnet en mag alleen ’s nachts op vol vermogen worden gedraaid. De magneten worden hierbij zo warm dat ze met heel schoon en niet-geleidend water onder hoge druk (25 bar) worden gekoeld. In de honderdste seconde dat het water via kleine gaatjes door de magneet wordt geperst, warmt het water wel 30 graden op. Deze warmte wordt weer nuttig gebruikt als verwarming voor het Huygensgebouw en de overtollige warmte wordt opgeslagen in de WKO.
Modulair bouwen bij Maria Montessori
Tijdens het bezoek aan het in aanbouw zijnde Maria Montessorigebouw wees Arvid Duijzer, Manager van het Modulair Bedrijf van Croonwolter&dros op de kant-en-klare modules die zijn geleverd voor de distributie van koeling, verwarming en koud/warmwater. Het Modulair Bedrijf in Amersfoort heeft deze units vooraf op maat gemaakt wat veel montagetijd op de bouwplaats scheelt en onnodige afvalstromen voorkomt. Daarnaast kon hiermee ruimte worden bespaard. Hier worden dus drie vliegen in één klap geslagen. De volgende stap in de samenwerking is de overdracht van de nieuwbouw naar de beheersorganisaties van de Radboud Universiteit. Ook dat krijgt de volle aandacht. Croonwolter&dros doet dit door een zogenaamde ‘warme’ overdracht, waarbij nu al medewerkers van het Maintenance team meelopen in de nieuwbouwfase.
Doekle Terpstra toonde zich na de presentatie en rondleiding onder de indruk over de samenwerking en de technische resultaten. Terpstra: ‘Wat mij betreft is dit een showcase voor Nederland!’
Bron: Radboud Universiteit - campus met projecten