Utiliteit Maintenance groeit en groeit

Utiliteit Maintenance is de afgelopen jaren explosief gegroeid en het eind hiervan is nog niet in zicht. Hoe is dat voor elkaar gebokst, waar liggen de speerpunten en wat zijn de doelen voor de toekomst? In gesprek met Paul Greving, Divisiedirecteur Utiliteit.

"Net na de fusie van Croon met Wolter & Dros in 2016, was Maintenance nog relatief klein in vergelijking met de activiteiten van Projecten, terwijl juist onderhoudscontracten zorgen voor langetermijnrelaties met klanten. Ook komen vanuit onderhoudscontracten vaak weer nieuwe projectaanvragen. Om te groeien waren twee zaken nodig. Het eerste noemden we ‘Best for contract’, zo goed mogelijk doen wat nu van ons wordt gevraagd. Het tweede noemden we ‘Best for next contract’, zorgen dat we de contracten van de toekomst als beste kunnen doen. Dit betekende dat we, naast het verbeteren van onze huidige werkzaamheden, ook moesten gaan bedenken hoe we vraagstukken rondom thema’s zoals verduurzamen, digitalisering, asset management en energie zouden gaan aanpakken."

Samen werken aan de totale opgave

‘Om dat te bereiken gingen de vier regionale Maintenancebedrijven en het landelijke Main Contracting veel intensiever samenwerken. Iedereeen heeft vanuit de klantcontracten zijn eigen verantwoordelijkheidsgebied, maar we kijken samen naar de hele opgave. Zo delen we samen één servicedesk (TBI Direct), één team voor beheer op afstand (Telecontrol) en één team voor onze systeeminrichting. Bij een tender of implementatietraject stellen we gezamenlijk het beste team samen. Een aanbieding voor een onderhoudscontract in de regio Noord-West kan dus ook worden gecoördineerd door iemand uit Zuid-Oost als die daarvoor het meest geschikt is.’

"Iedereen heeft vanuit de klantcontracten zijn eigen verantwoordelijkheidsgebied, maar we kijken samen naar de hele opgave."
Paul Greving, Divisiedirecteur Utiliteit

Kritisch kiezen voor bepaalde klanten en contractvormen

‘Een tweede verandering betrof een kritische blik op onze klantenportefeuille. Welke klanten willen we in de toekomst blijven bedienen en welke klanten passen minder goed bij ons? Zorg, vastgoed, datacenters, onderwijs en andere klanten met groeipotentie willen we graag. Ook bepaalden we wat voor contractenportefeuille we wilden. Door een goede mix van grote, complexe contracten, middelgrote en kleine contracten gingen we risico’s spreiden. In deze operatie namen we ook afscheid van klanten. Dat klinkt gek als je wilt groeien, maar er is schaarste in ons vak dus je kunt de vrijgekomen capaciteit altijd weer invullen. Een derde verandering is dat we veel werk maakten van het implementeren van de contracten, ofwel zorgen dat de klant en wij hetzelfde lezen in de contractafspraken. Je kunt beter vooraf discussie hebben, dan achteraf.’

Vijf speerpunten voor de toekomst

Paul Greving: ‘Voor de toekomst richten we ons op vijf speerpunten waar we een aantal jaren eerder mee begonnen. De eerste is beter worden in assetmanagement, ofwel hoe gaan we de levensduur van installaties optimaliseren kijkend naar kosten, functionaliteit en risico’s. De tweede, Truestate, gaat over het gebruik van data uit gebouwen, waarmee we bijvoorbeeld het energieverbruik kunnen verlagen en het comfort verhogen. Het derde speerpunt is advies. Dat kan gaan over energieverbruik, meerjarenonderhoud, wet- en regelgeving en eigen duurzaamheidsambities. Dit wordt nu vaak door adviesbureaus gedaan, maar wij kunnen, in tegenstelling tot adviseurs, onze eigen adviezen ook zelf waarmaken! Ons vierde speerpunt is beheer op afstand. Dat doet onze afdeling Telecontrol en op dat terrein is er nog veel meer mogelijk om onze monteurs hun werk te laten uitvoeren zonder fysiek bezoek aan elke locatie. Een mooi doel zou zijn dat we eind 2025 negentig procent van alle storingen op afstand oplossen. Nieuw is ons vijfde speerpunt. Dat is het verbreden van de vakkennis van onze mensen. Dat maakt dat we onze klanten de geruststelling kunnen geven dat we zo min mogelijk van ons werk uitbesteden, maar alles zelf uitvoeren. Daarnaast kunnen wij onze collega’s zo brede ontwikkeling aanbieden in diverse vakgebieden waardoor het werk leuk en uitdagend blijft.’

Case: energiemonitoring en verduurzaming bij de Erasmus Universiteit Rotterdam

Henk Noort, Contractmanager: 'In januari 2022 scoorden wij de opdracht van de Erasmus Universiteit Rotterdam, voor onder meer energiemonitoring en verduurzaming. Voor de monitoring schakelden we onze venture Jord in. Zij analyseren de meterstanden en geven vandaaruit advies. Die monitoring kan nu nog niet op afstand omdat we te maken hebben met bestaande en complexe gebouwbeheersystemen. De veelheid aan gebouwen maakt het lastig om grip te krijgen op het energieverbruik, maar dat is ook onze opdracht. Het is geen gespreid bedje.'

Tom de Bakker, Beheertechnicus: 'Een concrete besparing konden we al realiseren. Zo bleek uit de analyse van Jord dat de wegdekverwarming van de hellingbaan van de parkeergarage veel stroom verbruikte. Wij ontdekten dat de sensor kapot was en continue -10° C aangaf. Een tweede voorbeeld betreft de energiebesparende maatregel van de Erasmus Universiteit Rotterdam om de verwarming in gebouwen niet hoger dan 19° C te zetten. Wij hebben dat voor alle gebouwen ingericht. Omdat hier met een warmte-koudeopslag (WKO) en stadsverwarming wordt verwarmd, vroeg dat wel enige expertise. Bij een WKO moet de energiebalans in de bodem worden bewaakt, dus als je ’s winters minder verwarmt mag je ’s zomers ook minder koelen. Het derde voorbeeld is dat wij vaststelden dat het installatiepakket verder kon worden geoptimaliseerd. Het ontwerp en de onderlinge afstemming worden nu opnieuw bekeken en verbeterd.'

Wil je weten wat wij voor jou kunnen betekenen? 

Neem contact met ons op!

Stuur artikel door