Onderhoud stormvloedkeringen Maeslant- en Hartelkering
Het vervangen van de scheepvaartseinen van de in 1997 in gebruik genomen Maeslantkering moet Rotterdam en het achterland nog een stukje veiliger maken. Onder leiding van combinatie SHERPA (Croonwolter&dros, Arcadis en Hollandia) en in opdracht van Rijkswaterstaat, werkt een projectteam aan de veiligheid en onderhoud van de kering. De bekabeling en seinen zelf op de geleidetorens (30 meter hoogte) waren end of life en bereikten het punt waarop vervanging noodzakelijk is.
Eisen vandaag de dag
De geleidetorens hebben dan ook genoeg doorstaan in de afgelopen 23 jaar. De techniek van toen voldoet niet meer aan de eisen van vandaag de dag. De seinen op de kering waarschuwen het scheepvaartverkeer wanneer de kering sluit. Het in goede banen leiden daarvan gebeurt met de realisatie van twee nieuwe schakelkasten. Middels een telescoopkraan zijn de oude materialen afgevoerd en de nieuwe aangevoerd op het dak van de torens. De nieuwe LED seinen doen nu dienst als moderne visuele signaalgevers voor het scheepverkeer. Om te voorkomen dat er mensen bij het overstappen naar een lager deel van het dak van de toren vallen, hebben we ook aanpassingen doorgevoerd aan het hekwerk rondom het dak.
Robuuste kantelmast waarborgt veiligheid
Eric Huizer, Lead Engineer bij Croonwolter&dros, vertelt over de uitdagingen op het gebied van veiligheid. “Naast de gloednieuwe seinen, moesten we rekening houden met de huidige veiligheidseisen op het dak van de torens. Waren de vroegere seinen aan een ronde vaste paal gemonteerd, is deze mast nu vervangen door een robuuste kantelmast. Bij het kantelen ontstaat er een open ruimte in het hekwerk dat op ingenieuze wijze door een stalen plaat onder aan de kantelmast , tevens contragewicht van de mast, wordt gedicht. Hiermee voorkomen we dat iemand door het gat in het hek naar beneden valt.”
Vanuit de controlekamer van de kering worden de seinen bedient. De seinen beschikken over de volgende drie functies.
- Bij duisternis zullen de lichten gedimd branden en bij normaal daglicht branden ze feller. Dit gebeurt door een lichtsensor op het dak. Deze seinlampen zijn dan tot een afstand van 3 kilometer te zien.
- In slechte weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij mist, branden de lampen extra fel.
- Mocht er onverhoopt een seinlamp defect raken, dan krijgt de controlekamer een storingsmelding vanuit de schakelkast.