‘Eén ding weet ik zeker, dit gebouw wordt nooit gesloopt’

Zes jaar geleden werd Thies van Wijk gevraagd zijn agenda leeg te maken voor een megaproject. Hij startte als projectmanager Werktuigbouwkunde op het Binnenhof. Een opdracht waarmee hij aan vrienden en familie eindelijk duidelijk kan maken wat hij doet voor de kost. 

Voor de renovatie van het Binnenhof bundelen de TBI-ondernemingen J.P. van Eesteren, Croonwolter&dros en Nico de Bont hun krachten. Samen werken ze aan de zeven gebouwen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Elk bedrijf heeft zijn eigen expertise. J.P. van Eesteren verricht de bouwactiviteiten. Croonwolter&dros zorgt voor de installaties in de panden. Aannemer Nico de Bont neemt de monumentale werkzaamheden voor zijn rekening. Thies van Wijk is projectmanager Werktuigbouwkunde bij Croonwolter&dros.

Thies van Wijk

Het Binnenhofcomplex grafisch weergegeven; Eerste en Tweede Kamer vormen het hart van de democratie.
Overzicht Binnenhofcomplex
Overzicht Binnenhofcomplex
Het Binnenhofcomplex grafisch weergegeven; Eerste en Tweede Kamer vormen het hart van de democratie.

Kun je jouw plaats binnen het grote geheel schetsen, Thies?

‘We hebben hier zeven gebouwen, die verdeeld zijn over vier architecten. Voor elke architect hebben wij een eigen bouwstroom ingericht die wordt begeleid door een projectleider elektrotechnisch (E) en een projectleider werktuigbouwkundig (W), die ieder een eigen projectorganisatie achter zich hebben. Er zijn dus acht projectleiders, waarvan ik de vier projectleiders W aanstuur. De keuze voor deze, aan de architect gerelateerde, bouwstromen maakt dat we met een heldere vergaderstructuur kunnen werken. Toen we nog niet alle functies hadden ingevuld droeg ik meerdere petten, maar nu kan ik er als een helikopter boven hangen voor het overzicht.’

 

Overzicht Binnenhofcomplex

De uitvoering begint. Waar hield je je tot nu toe mee bezig?

‘We zijn de afgelopen jaren heel druk geweest met calculaties. Dat is veel werk vanwege de grote hoeveelheid aan installaties. We calculeerden eerst een technisch ontwerp, vervolgens een definitief ontwerp en nu zijn we het uitvoeringsontwerp aan het uitwerken. Dat is nog niet tot op het laatste boutje en moertje, maar we weten wel wat we gaan bouwen.’

Overzicht Binnenhofcomplex

Wat is de grootste uitdaging?

‘De inpasbaarheid van de installaties in de betreffende gebouwen. Arcadis heeft het definitief ontwerp opgesteld, waarin een grote diversiteit aan klimaatconcepten is verwerkt. Van herhaling is nauwelijks sprake, omdat de inpassing per gebouw - en voor maar liefst 3.000 kamers - verschilt. In de zeventiende eeuw werd gestookt met houtkachels en voor ventilatie waren geen andere voorzieningen dan een raam openen. Er is dus geen ruimte voor de installaties, maar tegelijkertijd wil je er ook niets van zien. Dát is de puzzel, de techniek zelf is niet heel ingewikkeld.’

In welke fase bevindt jouw werk zich nu?

‘We zijn nu bezig met het slopen van de bestaande installaties. Voor de bouwvak zijn we daarmee klaar. Dan zijn ze allemaal verwijderd en begint de bouwkundige sloop, waarbij constructieve aanpassingen worden gedaan ten behoeve van de nieuwe installaties. Denk hierbij aan het maken van sparingen en gaten in vloeren en wanden voor de luchtkanalen. Dat doet J.P. van Eesteren. Als zij klaar zijn, beginnen wij met het plaatsen van de nieuwe installaties. Bouwdeel C is het eerste gebouw waarvan de tekeningen op uitvoeringsniveau zijn. In januari 2026 start de uitvoering hiervan.’

Als de installaties eruit zijn, wordt het gebouw dan niet meer verwarmd?

‘Nee, zonder een langere periode zonder verwarming zouden de gebouwen onder je handen vandaan rotten. We moeten kamers op een bepaalde temperatuur houden. Daarom begonnen we voor de zomer van 2024 met de plaatsing van acht grote luchtbehandelingskasten en een verwarmingsnet van luchtslangen met grote ventilatoren. Daar moesten we natuurlijk ook eerst een ontwerp van maken. De afgelopen winter werd het pand hiermee voor het eerst verwarmd. De warmte halen we uit de stadsverwarming waarop het Binnenhof al aangesloten was. De stijlkamers, die een hogere temperatuur vragen, kregen een eigen elektrisch kacheltje. Daarnaast brachten we een tijdelijk elektriciteitsnet aan, ten behoeve van de bouwwerkzaamheden en het licht in de gebouwen.’

Verloopt jouw werk volgens planning?

‘Dat is echt vechten. De ruimten van de gebouwen zijn destijds ingescand, maar we mochten de panden toen niet in vanwege corona. Ook konden we niet achter de wanden en plafonds kijken, want er was nog geen sloopvergunning. Er zijn dus veel aannames gedaan, die lang niet allemaal kloppen. Je komt daardoor voortdurend verrassingen tegen. Dat kunnen rotte balken zijn die vervangen moeten worden, maar ook gewelven die achter plafonds worden ontdekt en vervolgens niet gesloopt mogen worden. Dat maakt het halen van geplande milestones heel lastig. Het gebouw is in zijn geschiedenis nooit echt helemaal leeg geweest. Tijdens recessen zijn alleen snelle noodzakelijke vernieuwingen of aanpassingen uitgevoerd. In sommige kamers liggen drie lagen tapijt over elkaar heen. Dan zijn de kamers, na verkiezingen, aan andere fracties toebedeeld en snel opgeknapt.’

Is dit dan wel een leuk project om aan te werken?

‘Jazeker. Ik ben bijna 57 en de eerste gebouwen die ik nieuw bouwde, worden nu gesloopt. Bij dit gebouw weet ik één ding zeker, het wordt nooit gesloopt! Daarvoor is het te bijzonder. Toen ik hier begon hielden we kantoor in het Binnenhof, in de kamer van de VVD-fractie. Dan liep je naar buiten en dachten toeristen en dagjesmensen dat je een politicus was. Er stond ook nog geen enkel bouwhek. Leuk is ook dat mensen nu eindelijk snappen wat ik doe. Als ik vertel dat ik bij een installateur werk, zegt dat niemand wat. Als ik vertel dat ik meewerk aan de renovatie van het Binnenhof, weet iedereen waarover ik het heb.'

Wat heeft het Binnenhof straks wat het niet had?

’Een comfortabel en gezond binnenklimaat dat voldoet aan de wensen en eisen van de moderne tijd. De leefbaarheid wordt heel veel hoger dan het was. Er was nauwelijks koeling, dat is er straks wel. Ook de luchtkwaliteit wordt veel beter, daar was nog veel te winnen.’

Heb je tips voor starters op de arbeidsmarkt?

‘Ja, techniek is misschien niet hip, maar de mogelijkheden zijn eindeloos. Ik kwam binnen als werkvoorbereider en groeide door naar projectmanager. Er zijn collega’s die in de montage begonnen en opklommen naar uitvoerder of bouwplaatsmanager, maar ook collega’s die achter de tekentafel begonnen en nu projectdirecteur zijn. Daarnaast is er meer vraag naar vakmensen dan aanbod, dus je krijgt sneller kansen. Het is nu de ideale tijd om te kiezen voor techniek.’

Stuur artikel door