De Groene Boog bouwt de Rottemerentunnel

Croonwolter&dros test hem reeds virtueel

Januari 2022

Het blijft een bijzondere gewaarwording: het ene moment ben je live in de bouwkuip van de Rottemerentunnel in Rotterdam, een paar dagen later sta je bij Croonwolter&dros in Amsterdam oog in oog met een niet van echt te onderscheiden 'digital twin' van diezelfde tunnel.

GWW-Bouw sprak in het kader van het themanummer A16 Rotterdam met Hans Pos en Hugo Buijense, respectievelijk testmanager en assistent testmanager namens Croonwolter&dros bij De Groene Boog.  Zij nemen elke dag een 'digitaal voorschot' op wat er momenteel gebouwd wordt. Broodnodig ook, aangezien het ontwerp van de tunneltechnische installatie, door Croonwolter&dros gemaakt, volledig getest en goedgekeurd in de echte tunnel moet komen. Belangrijk werk, waarbij het enthousiasme van de heren niet onder stoelen of banken te steken is.

Volledig virtuele omgeving

De virtuele tunnel is door Croonwolter&dros al vaker ingezet op projecten, waaronder de Rijnlandroute. "Zie het als een evolutie", zegt Pos. "We worden er steeds beter in. Hier in ons kantoor in Amsterdam werken we met een heel team aan de Rottemerentunnel. We hebben de TTI (tunneltechnische installatie) ontworpen, we hebben het gebruikersinterface voor de tunnelverkeersleiding ontwikkeld en kunnen elk onderdeel van de TTI simuleren. Ook camerabeelden uit de tunnel worden levensecht 'gerenderd' en het systeem werkt volledig interactief, dus twee kanten op, zoals het ook in de echte situatie zal zijn. We bevinden ons hier in de testruimte. Boven wordt er geprogrammeerd. Kunnen we bepaalde delen niet hier testen, dan slaan we de laptop onder de arm en begeven we ons met het stuurprogramma naar de leverancier van het betreffende onderdeel."

Een stuk 'tech talk'

We vragen Buijense om uit te leggen hoe het systeem er schematisch uitziet. Hij vertelt: "Zie het als een piramide. Bovenin bevindt zich de Graphical User Interface (GUI), dat is wat de tunnelverkeersleider ziet op beeld. Het is een dashboard waarop meldingen binnenkomen en van waaruit er actie ondernomen kan worden, wanneer nodig. Onder de GUI zit het 'brein' van het systeem, ook wel de 3B-module genoemd: Besturing, Bediening, Bewaking. Daar wordt de vertaalslag gemaakt van melding naar de GUI en instructies die komen van de GUI. Onder de 3B-module hangen diverse stuurprogramma's, die ieder een deelinstallatie aansturen. Denk aan slagbomen, verkeerslichten, blusinstallaties en camera's. Het stuurprogramma is onderdeel van de (deel)installatie en geeft een signaal aan de Autonome Logica, de AL. Dat is een stuk intelligente software dat zit 'ingebakken' in de hardware van de betreffende deelinstallatie op locatie. Een deelinstallatie mag namelijk nooit een andere installatie aansturen of beïnvloeden."

Bij storingen of (verkeerskundige)meldingen die in het GUI zichtbaar worden, kan er op de calamiteitenknop gedrukt worden, waarmee in de 3B-module de calamiteitenprocedure in werking wordt gezet. "Wij kunnen diverse calamiteitenscenario's simuleren", vervolgt Buijense. Daar voegt Pos aan toe: "Uiteindelijk gaat het systeem draaien in de verkeerscentrale in Rhoon. Wat wij hier gebouwd hebben, zal daar ook als trainingsomgeving worden ingezet. We zitten nu in de FAT-fase, de Factory Acceptance Test van de deelinstallaties en werken toe naar de Integral Factory Acceptance Test (IFAT), dan moeten we aangetoond hebben dat alles werkt. In de IFAT proberen we 'use cases' uit. De Site Integration Test (SIT) wordt door Rijkswaterstaat uitgevoerd als alle deelinstallaties in de tunnel zijn geïnstalleerd. In onze testomgeving doorlopen we nu al de protocollen voor deze SIT en kijken of het doet wat we verwachten. Wij doen dat voor de techniek. Rijkswaterstaat test daarna zelf, om te kijken of alle benodigde processen goed functioneren."

Uitvoering moet ook aan verwachtingen voldoen

Pos merkt op dat alles niet alleen technisch aan de eisen moet voldoen, maar zeker ook aan de verwachtingen van de wegverkeersleider, de hulpdiensten en de weggebruiker. "Al die gebruikers worden in een vroeg stadium betrokken, er is zelfs een verkeerspsycholoog betrokken, voor de snelweg en de tunnel. De verkeerspsycholoog kijkt naar het model en hoe de weggebruiker het ervaart. Met de verkeersleider bepalen we de posities van de CCTV-camera’s in het model. Die posities worden als presets opgeslagen, inclusief een fotoboek. Die presets kunnen we straks in één keer uploaden. Op deze manier vroegtijdig (virtueel) testen zorgt ervoor dat we steeds slimmer worden. Dat heeft ook voordelen voor toekomstige (renovatie) tunnelprojecten."

Stuur verhaal door